Het was donker. De maan scheen tussen de takken door en je hoorde een uil in de verten. Geleund tegen een oude eik zet Linde met gesloote ogen, alsof ze sliep. Ze dacht na. Er spookte van alles door haar hoofd en Linde probeerd weer wat rust te vinden in zich zelf. Trash stond een stukje verderop rustig te grazen. Linde's ogen schoten open, wat was die krakende tak, was ze niet meer alleen of was het de wind. Ook Trash hief zijn hoofd op maar ging weer door met grazen. Linde begreep dat het de wind was geweest en ging weer tegen de boom aan zitten maar deed haar ogen niet dicht. Na een tijdje kwam vanuit de schaduw een klein vosje tevoorschijn. Het was dus toch niet de wind. Linde ging wat rechter zitten. Het vosje bleef haar aanstaren. Het bleef stil staan keek even naar Trash en keek weer terug naar Linde. Voorzichtig stond Linde op liep langzaam op het vosje af, hurkte en liet hem aan haar hand ruiken. Zachtjes aaide ze het vosje over zijn kopje. Bij de aanraaking rilde hij even. Het was echt een mooi beestje, in zijn nek leek net alsof er een klein wit hartje zat, zijn ogen waren groot, vriendelijk en oplettend. Hij duwde met zijn neusje zacht tegen Linde's hand aan, keek haar nog een keer aan en rende toen weer terug naar de schaduw.