"Kijk uit!" Hoorde ze een jonge stem schreeuwen en ineens stond voor haar zwaard een jongen. Hun blikken kruisten elkaar en ze fronste even. Dit was geen gewoon kind, dat wist ze maar al te goed. "Sorry voor het ongemak mevrouw,'' zei de jongen en Astra fronste weer. Haar blik viel op de pas aangekomen vampier en ze hier haar zwaard verder op, klaar om toe te slaan. Maar de jongen had zijn hand al geheven en snel wat gezegd dat ze zo even snel niet verstond. Meteen daarna zag ze dat haar schaudw in beweging kwam en richting de vampier verdween. Nu wist ze wat hij was, deze jongen was een tovenaar. Het kon niet anders meer. Ze bleef stokstijf staan terwijl de jongen naar voren liep, al haar eigen spieren waren volledig gespannen en ze bewoog ongemakkelijk met haar zwaard. Ze hoorde de jongen weer wat zeggen, en de volgende momenten werd de vampier verzwolgen door het vuur. De jongen keek even naar haar en ze richtte haar zwaard onmiddelijk op hem, ze vertrouwde dat kind voor geen meter. "Hoi." Zei de jongen en ze zag hem zijn hand op de bol van vuur leggen en weer iets zeggen waardoor het as van de vampier werd weggeblazen. De jongen draaide zich nu om en Astra keek hem strak aan. ''Wat wil je van me?'' Vroeg ze scherp en liet haar zwaard niet zakken.