'Jouw leven behoort mij toe Elf!' De woeste stem van de Queen van de vampiers galmde over de open plek terwijl ze zich klaar maakte om op de bruinharige voormalig ridder te storten. De tijd leek stil te staan Om hen heen terwijl het gevecht om hen heen toch door ging. Krachten hadden zich gebundeld tegen de overheersing van de vampiers. Onder leiding door niemand minder dan de Rood harige woeste Queen. Het ging te snel om te zien en voor ze toesloeg. Werd het zwart. En viel de duisternis in.
Celeste werd badend in het zweet wakker en keek verschrikt om zich heen, ze greep snel het zwaard vast en keek nogmaals om haar heen. Toen er niks was..... stond Celeste op en begon zich snel om te kleden naar fatsoenlijke kleren. Twijfelend besloot ze om dit te vertellen tegen het onderwerp van haar droom, haar queen... haar voorbeeld... haar nicht. Celeste ging haar kamer uit, daarna haar huisje en liep langzaam over straat naar het kasteel. Toen ze had aangeklopt had een bediende de deur oepn gedaan, "Wat is er?" vroeg de bediende gapend. Celeste keek serieus, "Ik meot de King en Queen spreken... het is dringend! Heel Héél! BELANGRIJK." zei ze tot haar eigen schrik paniekerig, het had een grote druk op haar gehad die nachtmerrie.